6: Het Steinerduin
Over de Cremerbrug nemen we op de hoek van de Wagenaarweg het voetpad naar boven. Het is weer zo’n typisch “bergpaadje” met links en rechts diepe dalen. Het Steinerduin, vernoemd naar de Rudolf Steinerkliniek die op de top ligt, is een restant van het middendeel van het paraboolduin. Met een beetje fantasie merk je dat je hier over de kam van het duin loopt. Kijk halverwege het klimmetje omhoog even om je heen. Hier heerst een andere sfeer dan op het Stekelduin. Opener landschap en beter uitzicht.
In de tuin van de Steinerklinkiek is extra jong duinzand opgebracht. Dat geeft een andere uitstraling met andere plantensoorten. We lopen langs duindoorn, teunisbloemen en zwarte toorts. Planten van de zeekust die je normaal niet kunt verwachten ter hoogte van het binnenduinbos. Er is hier duidelijk getuinierd, maar op zich niet onverdienstelijk.
Eenmaal boven op het pleintje hebben we het stedelijk deel van het parabool bereikt. Achter de kliniek rijdt de tram op de Nieuwe Parklaan. Deze weg kronkelt naar Scheveningen en voegt zich op een organische manier door het oude duinlandschap. Bij de aanleg hebben de stedenbouwkundigen de kunst van landgoedarchitect Zocher afgekeken. Geen strakke straatlijnen, maar een bochtige weg die de hoogtelijnen van het landschap volgt. De Nieuwe Parklaan werd in 1889 aangelegd en ging toen concurreren met de Badhuisweg die reeds in 1820 als eerste wegverbinding naar Scheveningen Bad voerde.
We gaan op de Nieuwe Parklaan direct linksaf het voetpad op. Merk dat de huizen aan de overkant tegen de helling gebouwd zijn. Na ca 200 meter ligt er links een steile grashelling met uitzicht op het Westbroekpark. Zodra we de grashelling voorbij zijn steken we de trambaan en de autoweg van de Nieuwe Parklaan over en lopen het hellingpad van het Spionkopduin op.