Een oud spreekwoord luidt: ‘boompje groot, plantertje dood’. Vertaald naar de praktijk van natuurbescherming: het tempo waarin natuurbeleid en beheerplannen kunnen worden gerealiseerd verhoudt zich slecht met de hectiek van verkiezingen, jaarlijkse begrotingen en frequente wisselingen van bestuurders en hun adviseurs en ambtenaren. De uitvoering van nieuwe plannen met het groen, en vervolgens de evaluatie daarvan vergt nu eenmaal een proces van jaren en de natuur laat zich niet versnellen. Hoewel het lijkt dat ik hiermee een open deur intrap, bewijst de praktijk anders. Bij de wisseling van bestuurders, adviseurs en beheerders merken we dat de noodzakelijke continuïteit van de uitvoering vaak onder druk komt te staan. Gemaakte afspraken of reeds ingezette projecten komen dan weer ter discussie.