Home » Vogels tellen voor dag en dauw

Vogels tellen voor dag en dauw

De AVN heeft het initiatief genomen om de Scheveningse Bosjes, inclusief Waterpartij en Belvédère, te laten inventariseren op broedvogels. De gegevens die daar uitkomen, kunnen worden gebruikt als nulmeting voor de nieuwe planontwikkeling van het ‘Internationaal Park’.

Broedvogels zijn van nature uitstekende indicatoren om de natuurwaarde van een gebied vast te stellen. De dieren weten immers als geen ander welke plekken geschikt zijn om rustig te broeden en jongen groot te brengen. Iedere vogelsoort zoekt zijn eigen plekje. Holenbroeders in de kieren en gaten van oudere bomen, grondbroeders tussen kruiden en struiken, rietbroeders langs de waterkant in brede vegetatie, roofvogels vaak hoog in de boom tussen sterke gaffeltakken in de kruin. Uit wetenschappelijk onderzoek zijn al deze eigenschappen en voorkeuren bekend bij de deskundige vogelteller.

Denktank van twaalf Hagenaars

De gemeente heeft het communicatieproces voor de Scheveningse Bosjes opnieuw opgestart. Nadat de Haagse bevolking zich vorig jaar te weer had gesteld tegen de plannen van een architectenbureau is er nu een ‘denktank’ van burgers samengesteld die zich buigt over wensen en mogelijkheden voor een nieuwe inrichting. Dat traject bevindt zich nog in de beginfase. Deze denktank bestaat uit twaalf individuele burgers. Alhoewel een van de deelnemers ook portefeuillehouder bij de AVN is, zit zij er niet namens de AVN. Om toch inbreng te hebben in het denkproces doet de AVN een duit in het zakje middels een professionele vogeltelling. Uiteraard koppelen we onze bevindingen straks terug naar gemeente en denktank.

Luisteren naar zanggeluiden

Het broedseizoen begint vroeg dit jaar, dus de eerste telling is al achter de rug. Tellen doe je voor dag en dauw tot enkele uren na zonsopgang als de vogels actief zingen. De teller luistert vooral naar de verschillende zanggeluiden. Nu zijn het alleen nog de overwinteraars zoals merels, mezen, winterkoningen, boomkruipers etc , maar binnenkort komen ieder op hun eigen beurt ook de trekvogels terug om hier te gaan broeden. Dat zijn o.a. fitis, nachtegaal, karekiet en zwartkop.

Stippenkaarten
Deze inventarisatie bevat gedurende het gehele broedseizoen tien telrondes met tussenpozen van ca 10 tot 15 dagen.  Het is een groot gebied dus iedere telronde duurt minstens 4 uur. Als alles op de veldkaart staat, worden de gegevens op de computer ingevoerd. Een speciaal programma rekent na een druk op de knop automatisch uit om hoeveel territoria het gaat. Per soort komt er dan een stippenkaart uitrollen. Ieder stip geeft aan waar een vogel een territorium heeft. Met de kennis uit het veld kunnen we dan gaan kijken hoe het bos er ter plekke uitziet en waar verbeterd kan worden.

Waardevol onderzoek dat straks kan bijdragen aan een goede natuurlijke inrichting van de Scheveningse Bosjes, Belvédère en Waterpartij.