Home » Dezelfde roodborst, toch?

Dezelfde roodborst, toch?

Al enkele jaren hebben wij een roodborst die zich in onze tuin en die van de buren heeft gevestigd en waar wij vrijwel dagelijks van genieten. Hij is erg vertrouwd geworden en we vinden het leuk om hem zo actief bezig te zien en naar zijn zang te luisteren. Dat moet toch wel steeds dezelfde zijn?

Vraag van een AVN lid, antwoord van Adri Remeeus

Dit is een mooie vraag over een vogel die bij velen bekend zal zijn. Goed om hem eens nader voor te stellen en in te gaan op onder andere zijn gedrag en andere wetenswaardigheden.

 

Stand- of trekvogel?
Er zijn standvogels en trekvogels. De eerste groep blijft het hele jaar in dezelfde omgeving en zwerft hooguit wat rond. De tweede categorie vogels verlaat in de herfst de broed­­omgeving en trekt naar zuidelijker oorden. Zo wordt ons land in de winter bezocht door grote aantallen ganzen en eenden die in het noorden van Europa broeden, terwijl ‘onze’ zomervogels, zoals de nachtegaal, naar Afrika trekken en in de lente weer terugkeren. Dat zie je niet altijd, want er zijn vogels die hier te lande broeden en in de herfst en winter worden vervangen door soortgenoten uit Scandinavië.

 

De roodborst is een trekvogel
Roodborsten horen tot laatstgenoemde groep. De roodborst die zich in het voorjaar en de zomer bij ons in een groepje tuinen ophoudt, verlaat ons in de herfst. Ze gaan niet verder weg dan het zuidwesten van Europa. De vogel die dus vanaf oktober zo trouw in uw tuin rondscharrelt is toch echt een andere en afkomstig uit Scandinavië. Ook deze wintergast vestigt een eigen territorium dat hij, onder andere met zang, fel verdedigt tegen soortgenoten die nog op zoek zijn naar een winter­plekje. Uitzonderingen zijn er bij een veel voorkomende soort als de roodborst altijd, maar in de praktijk is de vogel die zich in een vaste omgeving ophoudt van april tot en met september een andere dan degene die daar van oktober tot en met maart zijn territorium verdedigt.

Dus in april is onze vriend van de vorige zomer terug?
Dat tenminste een vogel van de ene zomer op de andere terugkomt lijkt voor de hand te liggen, want veel vogels zijn trouw aan de plek waar ze met succes hebben gebroed en weten die feilloos terug te vinden. Maar de praktijk is anders. De roodborst is een kortlevende soort die gemiddeld niet ouder wordt dan één tot anderhalf jaar. Een tuin of perk wordt dus niet alleen binnen één kalenderjaar door twee territoriale roodborsten bezocht, maar ook van jaar op jaar is ‘dezelfde‘ roodborst een andere.

Veel van wat wij weten over trek en overleving van de roodborst is bekend geworden via het ringen van vogels en terugmeldingen van geringde vogels op vogelringstations. De plek en de leeftijd van de vogel op het moment van ringen worden zorgvuldige geregistreerd. Zo kan bij terugvangst door het aflezen van het ringnummer veel informatie worden vergaard over leeftijd en verplaatsing. Hoe talrijker een soort is, hoe meer informatie beschikbaar kan komen. Dat is bij de roodborst geen probleem. In 2020 werd het aantal broedpaartjes in Europa, inclusief het westen van Siberië en Turkije, geschat op 43 tot 83 miljoen! Bovendien is hij door zijn weinig schuwe karakter makkelijk in het veld te bestuderen.

 

Roodborstgedrag
Vertrouwelijkheid en nieuwsgierigheid zijn sleutelwoorden in het gedrag. En zeker ook het hoge geluid dat hij niet alleen in de broedtijd laat horen, maar ook in de winter. Zijn zang klinkt vooral in de vroege ochtenduren, maar even zo vaak midden in de nacht. Dan meest in de nabijheid van straatverlichting.

Onderzoekend is hij zeker ook. Als u in de tuin werkt, snoeit of de spade in de grond steekt, is de kans groot dat u binnen korte tijd gezelschap krijgt van een roodborst. Die komt niet alleen als toeschouwer! De meeste roodborstjes hebben snel door dat in vers bewerkte aarde altijd wel lekkere hapjes bereikbaar worden. Die pikt hij razendsnel op van de grond, waarbij hij heel dichtbij kan komen.

Na de broedtijd kan het zomaar gebeuren dat de uitgevlogen jongen naar de tuin komen voordat zij in de zomer uitzwermen. Die jongen hebben de rode borst nog niet: die is dan nog bruin gevlekt. Het feit dat de roodborst zo makkelijk bekeken kan worden, heeft hem erg populair gemaakt.

 

Roodborstjes en kerstkaarten
Hoewel er steeds minder echte kerstkaarten per reguliere post worden verstuurd, is het aantal roodborsten dat daar op pronkt opvallend. Dat is te danken aan de Engelse postbodes uit de Vic­toriaanse tijd. Zij hadden de plicht gekregen een rood uniform te dragen, want dat hoorde bij het koningshuis en de Britse vlag. Daardoor leken ze op roodborsten en kregen ook de benaming ‘robins’, wat het Engelse woord voor roodborst is. Al snel verschenen er dan ook kerstkaarten met een afbeelding van de roodborst, die werden bezorgd door de zogeheten ‘robins’, die voor hun bezorging op de deuren klopten.