Home » Advies behoud 54 lindebomen Van Deventerlaan

Advies behoud 54 lindebomen Van Deventerlaan

Geplaatst op
Op verzoek van enkele bewoners uit de Voorburgse Van Deventerlaan heeft boomdeskundige Bas Steenks een advies geschreven over de levensverwachtingen van 54 oude lindebomen na ingrijpende graafwerkzaamheden in de straat voor aanleg van riolering. De gemeente Voorburg liet eerder weten dat de kans op onherstelbare schade zeer groot is. Bas Steenks legt uit waarom dit scenario wel mee zal vallen en dat behoud van de oude bomen grote kans van slagen heeft.

Effecten van graafwerkzaamheden op wortelschade van bomen

1.    Inleiding
In verband met de geplande vervanging van de infrastructuur in de Van Deventerlaan in de gemeente Leidschendam-Voorburg is de vraag gerezen of de huidige boombeplanting behouden kan blijven.  Dit betreft 54 lindes ( Tilia europaea) van verschillende leeftijd. De meest ingrijpende activiteit vormt hierbij de vervanging van het hoofdriool in het midden van de rijbaan. In opdracht van de gemeente Leidschendam-Voorburg heeft Cobra Boomadviseurs BV een uitgebreid onderzoek gedaan naar deze bomen en de mogelijke effecten van de graafwerkzaamheden op de bomen.

2.    Bewonersinformatieavond
Op 22 juni 2015 heeft de gemeente een informatie-/discussieavond belegd, waarop voornamelijk aan de orde kwam of de bomen in de van Deventerlaan gekapt moeten worden of behouden kunnen blijven en of eventueel behoud ook haalbaar is.
Een vertegenwoordiging van de bewoners van de Van Deventerlaan, die grote waarde hechten aan het behoud van de lindes in hun straat, heeft de Algemene Vereniging voor Natuurbescherming voor  ‘s Gravenhage e.o. ( AVN ) om nader advies gevraagd. Hierbij is ook de vraag gesteld of de AVN mogelijkheden ziet om, ondanks de nodige werkzaamheden, de lindes succesvol te behouden. De bovengenoemde bewoners hebben de AVN voorgesteld om ook de informatieavond te bezoeken. In overleg met het AVN-bestuur heeft auteur van deze notitie de avond bijgewoond.
Op deze avond werd uitgebreid informatie verstrekt door de projectleider, de heer Robert  Bruin. Daarnaast gaf de heer Jaap Smit van Cobra een verdere toelichting o.a. op relevante aspecten ten aanzien van graafwerkzaamheden bij bomen. Verder ontving de AVN de nodige documentatie per document “Presentatie Bomen”.

3.    Analyse effecten van ingreep volgens de gemeente
In  “Presentatie Bomen” wordt gesteld, dat bij vervanging van de riolering de toepassing van de zogenaamde sleuftechniek het minst schadelijk is voor de bomen. Deze stelling is op zich duidelijk. Hierbij wordt er volgens de gemeente op basis van een vuistregel vanuit gegaan, dat tot 30 % van de betreffende bomen zal uitvallen.
Verder worden door de gemeente nog de volgende negatieve effecten verwacht:
–    Bij 11 van de 54 bomen wordt de stabiliteitskluit geraakt; hiermee wordt een zekere instabiliteit verondersteld
–    De bomen die overleven zullen korter leven
–    De bomen vragen meer onderhoud vanwege een slechtere conditie
Deze negatieve effecten werden nader toegelicht door de heer Smit. Hierbij benadrukte hij o.a. dat het afsnoeien van wortels taksterfte oplevert.

4.    Huidige situatie en omstandigheden
De oudste lindes zijn ca 70 jaar oud. Dit is geconcludeerd aan de hand van fotomateriaal.  Door uitval en inboet heeft dit boombestand een wisselende leeftijd. Er is een ruime plantafstand toegepast, zodat de bomen een natuurlijke kroonstructuur hebben kunnen ontwikkelen. Wel zijn de bomen relatief hoog opgekroond; vermoedelijk in verband met schaduwoverlast in de voortuinen en huizen. Hierdoor hebben de bomen, gelet op soort en leeftijd, een beperkt kroonvolume en daarom ook een beperkte windbelasting.    
Meest opvallend is de goede conditie en vitaliteit van vrijwel alle lindes; zeker voor wat betreft de oude exemplaren. Uitgaande van het feit, dat sinds de aanplant (ca 1947) de standplaats – bodemsituatie –niet is veranderd, kan gesteld worden dat de lindes een goede leefsituatie hebben. Hieruit kan ook geconcludeerd worden, dat de bomen op deze locatie  ook een gunstige toekomst (kunnen) hebben.

5.    Consequenties  van graafwerkzaamheden voor het wortelpakket/de conditie van de lindes

Uit  het dwarsprofiel van de Van Deventerlaan kan worden afgeleid dat, bij toepassing van de sleuftechniek, het graafwerk op minimaal 1,5 meter afstand van de stammen zal plaatsvinden. Dus zal bij dit werk minimaal 1,5 meter ( mogelijk zelfs 2 meter ) van de boomkluit aan de zijde van het graafwerk niet geroerd of beschadigd worden. Deze veronderstelling werd tijdens de infoavond door de heer Bruin bevestigd. Verder kan gesteld worden dat de kluit tussen de bomen onderling niet geroerd wordt.
Om wortelschade te voorkomen of te beperken kunnen eventuele graafwerkzaamheden ten behoeve van huisaansluitingen zo nodig met handkracht worden uitgevoerd. Daarnaast is het duidelijk dat aan de zijde van de huizen de kluit geheel intact blijft en bovendien profiteert van de hier aanwezige tuinen.                  
 Gelet op het bovenstaande, gaan wij ervan uit dat bij het graafwerk voor de sleufbekisting, slechts een (heel) beperkt deel van het totale wortelpakket verloren zal gaan.
Helaas zijn er geen concrete gegevens beschikbaar over de beworteling. Tijdens de informatieavond werd namelijk duidelijk dat er (nog) geen proefsleuven zijn gegraven. Toch is het aannemelijk dat de wortelontwikkeling in de rijbaan beduidend minder is dan in de strook tussen de bomen en aan de zijde van de huizen.    
Zoals bij punt 3. omschreven, presenteert de gemeente dat de graafwerkzaamheden enkele ingrijpende negatieve effecten hebben op de bomen, te weten: uitval, korter leven, instabiliteit  en meer onderhoud. De AVN is er echter van overtuigd, dat het graafwerk niet zal resulteren in deze negatieve gevolgen van deze proporties. Immers het verlies van wortels zal relatief beperkt zijn. Daarnaast is het bekend dat een vitale boom wel een stootje kan verdragen. Dit geldt zeker ook voor lindes.

6.    Praktijksituaties van graafwerk nabij bomen
Met grote regelmaat treffen we in onze stad graafwerk langs bomen, ten behoeve van aanleg, vervanging of verwijdering van kabels, leidingen en riolering.
Bij het observeren van dergelijke  graafwerkzaamheden, blijkt heel vaak dat verwachte negatieve effecten op de bomen enorm meevallen of zelfs helemaal uitblijven. Natuurlijk hangt een en ander ook af van de omstandigheden en de manier van graven. Zo kan in de praktijk op eenvoudige manier veel ervaring worden opgedaan en inzicht worden verkregen over dergelijke ingrepen en de gevolgen daarvan.

Ter illustratie worden hieronder enkele praktijkvoorbeelden omschreven. Dit betreft allemaal Haagse situaties.
A.    Ruim zeven jaar geleden is met behulp van een graafmachine een sleuf gegraven langs vijf monumentale vleugelnoten aan de Wassenaarseweg (Den Haag). De sleuf van 100 cm diepte lag op ca 80 cm vanaf de bomenrij en bij het graven waren meerdere zware wortels afgescheurd, mogelijk vanuit de stam. Bij twee bomen is toen preventief gesnoeid om het wortelverlies te compenseren. De eerste twee jaar na deze schade vertoonden alleen de gesnoeide exemplaren een mindere, lichte bladstand. Vier jaar na de beschadiging was de bladstand weer normaal. Er is geen taksterfte geconstateerd.
B.     Ca zes jaar geleden is aan de Jan van Beersstraat (Den Haag) een sleuf gegraven op ca 50 cm vanaf een rij volwassen iepen. Met name de oppervlakkige beworteling werd hierbij  afgesnoeid, maar ook een aantal zwaardere wortels op 80 cm diepte werd verwijderd. Tot op heden werd hier geen negatief effect waargenomen.    
C.    In de Aaltje Noorderwierstraat (Den Haag) moesten dit voorjaar enkele gezonde volwassen iepen gekapt worden. Tijdens het rooien van de stobbes bleek dat ca zes jaar geleden langs deze bomenrij gegraven was i.v.m. kabelwerkzaamheden. De oppervlakkige wortels waren op 80 cm vanaf de stam afgesnoeid en inmiddels weer uitgelopen, waardoor een goed herstel zichtbaar was. In de afgelopen jaren was aan deze iepen geen conditieverlies of andere negatieve effecten waarneembaar.

7.    Conclusie en samenvatting
De drie bovenomschreven voorbeelden zouden nog verder aangevuld kunnen worden met andere, vergelijkbare situaties. Maar nergens zijn de negatieve aspecten geconstateerd, welke bij punt 3. zijn beschreven. Hierop baseert de AVN haar mening, dat bij de vervanging van het riool in de Van Deventerlaan geen wortelschade zal ontstaan, welke de vitaliteit of stabiliteit van de lindes negatief zal beïnvloeden, zodanig dat er risico’s ontstaan of handhaving van de lindes niet verantwoord is.
Kortom, de ecologische en de historische waardes van deze bomen zijn het waard om ze te behouden.

Den Haag, 24 juli 2015
Namens de AVN
B.Steenks – portefeuillehouder boomzaken